Blogs
Een zoektocht naar zekerheid in pensioen

Er zijn minimaal twee dingen zeker in het leven: dat je dood gaat en dat je belasting zult betalen. En in pensioenen? Daar houdt de zoektocht naar zekerheid de gemoederen bezig, nu misschien wel meer dan ooit. Komt het door het pensioenakkoord, door corona, of is het gewoon de menselijke aard? Wie het weet, mag het zeggen.

In dit blog bespreek ik enkele bevindingen uit recente onderzoeken en publicaties. Mijn afdronk is dat het thema zekerheid en pensioen springlevend is en vele verschijningsvormen kent. Sommigen zoeken op de millimeter onder de motorkap van het nieuwe pensioencontract, anderen doen een stapje opzij. Ze kijken bijvoorbeeld naar de AOW of naar de NDC (notional defined contribution). Als door het pensioenakkoord de onzekerheden in het aanvullend pensioen explicieter worden, bijvoorbeeld doordat er straks geen of minder buffers meer nodig zijn, kan dit pleiten voor meer ‘zekerheden’ via andere (pensioen)wegen. Die dialoog zie ik ontstaan.

Om te beginnen met de deelnemers zelf. ABP heeft in 2020 voor de tweede maal het rapport ‘We vragen het de deelnemer’ uitgebracht. [1] Het geeft een overzicht van een aantal onderzoeken naar de kennis, houding en het gedrag van Nederlanders als het over pensioen gaat. In de samenvatting valt te lezen: ‘De meeste Nederlanders zijn van mening dat het pensioenstelsel gemoderniseerd/aangepast moet worden. Wat er volgens hen voornamelijk moet veranderen is dat de pensioenleeftijd niet verder omhoog moet en dat er meer zekerheid komt.’

Als het om die zekerheid gaat, komt dat in het rapport op een aantal plekken terug, het meest concreet in de paragrafen ‘Wensen voor een nieuw stelsel’ en ‘Een variabele uitkering?’. Daar wordt onderzoek aangehaald uit 2018 en begin 2019 dat het ministerie van SZW heeft laten doen onder 750 Nederlanders naar wat zij vinden van de onderhandelingen over het nieuwe pensioenstelsel en wat zij van dat stelsel verwachten. Ik citeer: ‘Dat mensen zekerheid willen blijkt ook uit het feit dat de meerderheid (55%) zegt te kiezen voor een vast pensioeninkomen, ook al is dat lager dan een variabel pensioeninkomen. 27% kiest voor een variabel pensioen. De rest weet het niet.’

Deze resultaten zijn volgens de auteurs van het ABP-rapport ‘vergelijkbaar met een onderzoek dat Motivaction eerder heeft uitgevoerd’. In dat onderzoek, voor het Verbond van Verzekeraars (2017), geven deelnemers onder andere aan dat ze kiezen voor een vaste uitkering ‘omdat dit zekerheid en duidelijkheid geeft’. Ik ben benieuwd hoe sociale partners dit soort deelnemersonderzoeken wegen in hun keuze van een nieuw pensioencontract. Vragen ze het de deelnemers echt, laten ze hen een keuze voor een vorm van ‘zekerheid’? De facto blijft dan alleen een wet verbeterde premieregeling over omdat daarmee een vaste uitkering bij een verzekeraar kan worden aangekocht. Het nieuwe doorontwikkelde contract is van nature variabel.

Een opvallende passage in het rapport vind ik de duiding van ABP bij een open vraag in het SZW-onderzoek over wat het belangrijkste is dat in het nieuwe pensioenstelsel wordt geregeld: ‘De pensioenleeftijd bevriezen of zelfs verlagen staat met stip bovenaan. Daarnaast wil men zekerheid; iets wat het pensioenakkoord en de nieuwe voorgestelde pensioenstelsels niet gaan bieden (curs. MV).’ Het is de vraag voor welke zekerheid deelnemers aan het onderzoek hier eigenlijk kozen. In het antwoord stond: ‘zekerheid/basisinkomen’. Dacht men aan de AOW, het werknemerspensioen of iets anders? En is de duiding van ABP dat de gewenste zekerheid iets is wat het pensioenakkoord en de nieuwe stelsels niet gaan bieden feitelijk juist? Ik denk het wel, want absolute zekerheid in pensioen bestaat niet, zelfs niet bij verzekeraars onder een Solvency-regime. Dus vraag ik me af welke zekerheid mensen eigenlijk zoeken. Ik vervolg mijn zoektocht.

Volgens Frank Vandenbroucke, hoogleraar aan de UvA, berust zekerheid op een combinatie van aanvaardbare objectieve risico’s en ‘geruststelling’. Een interessante gedachte. Op verzoek van het ministerie van SZW maakte hij een kwalitatieve analyse van de uitgangspunten van het pensioenakkoord. Zijn rapport ‘Collectiviteit, solidariteit en zekerheid in het pensioenakkoord’ is met de Kamerbrief van minister Koolmees op 6 juli 2020 aangeboden aan de Tweede Kamer.

Enerzijds moet volgens de hoogleraar de kans om de pensioenambitie te realiseren groot genoeg zijn om geloofwaardig te zijn, ook al begrijpt iedereen dat het niet om een absolute zekerheid gaat. Anderzijds is geruststelling nodig dat men de ambitie zo goed mogelijk probeert waar te maken, ook wanneer veranderende omstandigheden aanpassingen nodig maken. En de crux daarbij is volgens Vandenbroucke om dit op voorhand vast te leggen en dat aanpassingen zullen gebeuren op basis van ‘billijke spelregels’. Dan krijg je geruststelling. In een (samenvattend) ESB-blog geeft hij een voorbeeld ter illustratie: de kans op een flinke regenbui tijdens een wandeling kan ons zeer onzeker maken. Maar als we weten dat iedereen een stevige paraplu heeft meegekregen, maakt dat een heel verschil.[2] Een thuistest: het jaar in, jaar uit verzachten en uitstellen van kortingsregels, stelt u dat gerust?

‘Het nieuwe pensioen kan goedkoper en zekerder’, kopt NRC op 10 september 2020.[3] Hoogleraren Coen Teulings, Arnoud Boot en Paul de Beer houden een pleidooi om de pensioenpremies variabel te maken en meer – ‘twee keer zoveel’ – beleggingsrisico te nemen. ‘Dat klinkt tegenstrijdig: risicovol beleggen maakt het pensioen toch onzekerder?’, vraagt NRC zich af. Het antwoord van de hooggeleerden luidt: Ja. Maar de variabele premie geeft zoveel extra zekerheid dat het negatieve effect van risicovoller beleggen daarbij in het niet valt. Vandenbroucke stipte het premiepunt in zijn rapport ook al aan. Hoe nieuw is zo’n voorstel eigenlijk? Het sturen met (variabele) premies kan toch al via de wet verbeterde premieregeling?

Tot slot de verschuiving in de mix van kapitaaldekking naar omslag. Ofwel: minder pensioensparen, meer AOW? Dat voorstel zie ik in meerdere publicaties terugkomen.[4] Vandenbroucke stipt aan dat ‘een goede mix van omslag en kapitaaldekking cruciaal is voor de objectieve zekerheid die het pensioenstelsel biedt’. Het is geen onderwerp van zijn onderzoek, maar hij vraagt er wel aandacht voor. In een recente publicatie van het CPB en Netspar over de lage rente en de toekomst van pensioenen is meer analyse te vinden over de optimale mix tussen de pensioenpijlers.[5] Helaas geen concrete aanbeveling op dat vlak. Volgens deze onderzoekers ligt het verhogen van de AOW minder voor de hand. Het verstoort de arbeidsmarkt, gaat gepaard met politieke risico’s en kan leiden tot herverdeling ten gunste van de huidige gepensioneerden. ‘Meer omslagfinanciering door de introductie van het internationaal in opkomst zijnde notional defined contribution (NDC) pensioen kan wel bijdragen aan stabielere pensioenen voor huidige en toekomstige generaties’, zo valt te lezen. Met de kanttekening dat dit een ingrijpende hervorming betekent.

De zoektocht naar zekerheid in pensioen is springlevend. Het zou me niet verbazen als dit thema terugkomt in verschillende verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. Ook via een afgeloste eigen woning of via belastingen kunnen meer ‘zekerheden’ worden gevonden. Of via verhoging van het minimumloon, met koppeling aan de AOW? Wordt vast en zeker vervolgd.

Michael Visser
Pensioen GeMi

Dit blog verscheen eerder als PM Mening in Pensioen Magazine oktober 2020.

[1] Nieuwsbericht WENB 12 augustus 2020, https://www.wenb.nl/nieuws/openbaar/2020/200812-abp-rapport-we-vragen-het-de-deelnemer 
[2] Frank Vandenbroucke, Voor voldoende zekerheid en solidariteit in het pensioenakkoord is meer nodig, ESB, 14 juli 2020.
[3] Christiaan Pelgrim, Het nieuwe pensioen kan goedkoper en zekerder, zeggen drie economen, NRC, 10 september 2020.
[4] Zie bijvoorbeeld Lans Bovenberg, Toekomstbestendig pensioenstelsel vraagt extra AOW-opbouw, Me Judice, 23 mei 2014; Voor een extreme variant van een overstap naar omslagfinanciering, zie Martin ten Cate, Waar blijft mijn pensioen? Hoe ons pensioenstelsel uw pensioen ondermijnt, Prometheus 2019.
[5] Nicoleta Ciurila, Adam Elbourne, Casper van Ewijk, Douwe Kingma, Rob Luginbuhl, Lex Meijdam, Bert Smid en Rutger Teulings, Lage rente en de toekomst van pensioenen, CPB-Netspar Brief, augustus 2020.