De december feestmaand is begonnen. De Sint is koud vertrokken of de kerstboom wordt warm onthaald en opgetuigd. Speciaal voor u ben ik even in de laatste kerstboomtrends gedoken en stuitte onder andere op deze: Scandinavisch, pasteltinten en de klassieke kerstboom in een botanisch jasje zijn hot. Traditioneel donkergroen en rood zorgen in combinatie met veel verschillende aardetinten voor een aardse kerst, zo las ik. En dit jaar schijnt zelfs ‘een verzameling kerstboompjes’ - ook wel de kerstboom-hoek genoemd - zijn entree te maken in onze interieurs. Ik kan niet wachten tot de kerstballen weer van zolder worden gehaald.
Mijn warme belangstelling gaat beroepsmatig uit naar pensioen, zoals u waarschijnlijk weet. Ik kan dus niet instaan voor bovenstaande versiertrucs, die ik van internet heb geplukt. Wat ik wel weet, is dat ons pensioenstelsel is verworden tot een kolossale kerstboom, met bijna per jaarring een andere kleur ballen, lichtjes en piek.
Sociale partners onderhandelen over de pensioenregeling en tuigen deze per sector of bedrijf veelal jaarlijks op met specifieke regelingen voor bepaalde (leeftijds)groepen met allerlei (inkomensafhankelijke) toeters en bellen. Een grensbedrag voor lage inkomens, minder partnerpensioen bij een 10 jaar jongere partner, ‘wel premie, geen pensioen’ in het 15-jarig overgangsrecht VPL. Het toeslagencircus van de Belastingdienst is er niets bij. Het woord ‘overgangsbepaling’ komt in mijn pensioenreglement bij ABP maar liefst 302 keer voor.
Ook de wetgever draagt bij aan de feestvreugde. Te denken valt aan de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar in 2021 (daarna gekoppeld aan de levensverwachting) en een pensioenrichtleeftijd in de aanvullende pensioenen van 68 jaar per 2018 (met voor grote groepen nog een piek met opgebouwd pensioen op leeftijd 65 jaar en een plukje op 67 jaar). Maar ook aan fiscale regels, die binnen het arbeidsgerelateerde pensioen en tussen het pensioen- en lijfrenteregime allemaal nét weer even anders zijn.
De pensioenparagraaf in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III is ambitieus. Er worden stappen in de goede richting gezet, maar op het terrein van eenvoud en complexiteitsreductie gaat het geen wonderen verrichten. Toch zijn er lichtpuntjes. Zo wordt bijvoorbeeld voor alle contracten een leeftijdsonafhankelijke premie verplicht en wordt bezien of het fiscaal kader alleen nog op de pensioenpremie kan worden begrensd. Wat mij betreft een uitgelezen kans om de fiscale kerstboom beheerst af te tuigen en weer wat aardser te maken. Het is ook te zien als een aanmoediging voor sociale partners en pensioenuitvoerders om alvast de zolder op te ruimen. En niet alleen voor het ouderdomspensioen, maar ook voor het nabestaandenpensioen!
Michael Visser
Pensioen GeMi
Dit blog verscheen eerder in iets andere vorm in Pensioen & Praktijk 4 van 2017.